Coronavirus op Haiti

Coronavirus op Haiti

Verspreiding van COVID-19, groeiende voedseltekorten en het komende orkaanseizoen: Haïti staart een driekoppig crisismonster in de ogen.

De foto van deze muurschildering is gemaakt door Pieter Thys, medewerker van Broederlijk Delen op Haïti. 'Prekosyon pa kapon - Lave men nou', staat erop: 'Voorkomen is niet voor watjes - Was je handen'.

“Vin lave men nou pou selman 5 gds” staat er op het gescheurde kartonnen bordje dat tegen een jerrycan met water is geplaatst. “Kom je handen wassen voor maar 5 gourdes”. Zomaar (gratis) je handen kunnen wassen is voor velen op Haïti een luxe. Laat staan dat mensen zich een stuk zeep kunnen veroorloven. ‘Social distancing’ en ‘anderhalve meter-samenleving’ zijn ondenkbaar voor wie opeengestapeld wonen in overvolle sloppenwijken.

Niet werken is niet eten

In een open brief sprak de Amerikaanse arts John Carroll, die al jarenlang op Haïti werkzaam is, zijn zorgen uit: “Voor de meeste mensen is er geen behandeling beschikbaar op Haïti. Wat wel kan, is quarantaine om de verspreiding tegen te gaan. Maar hoe kun je mensen isoleren in de Haïtiaanse sloppenwijken, waar zoveel mensen dicht op elkaar leven en waar mensen elkaar nodig hebben om te overleven…Kostwinners moeten er wel op uit om brood op de plank te krijgen.” In een land waar meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens ($2,41 per dag) leeft, betekent een dag niet werken, een dag niet eten.

Noodtoestand

“Het moment is ernstig. En nog somberder dagen liggen voor ons”, waarschuwde de minister van Volksgezondheid de bevolking. Op 20 maart werden op Haïti de eerste (twee) bevestigde besmettingen met het Coronavirus gemeld. Het land was op dat moment een van laatste landen in het Caraïbische gebied waar het virus nog niet was gesignaleerd. Direct werd de noodtoestand uitgeroepen en een avondklok ingesteld. Scholen en bedrijven gingen dicht en de bevolking werd opgeroepen zoveel mogelijk thuis te blijven. Vooral de radio heeft de afgelopen weken uitstekende diensten bewezen in het verspreiden van informatie om de verspreiding van het coronavirus te beperken.

Trage verspreiding

Dat het virus pas zo laat heeft toegeslagen op Haiti heeft er alles mee te maken dat er de afgelopen maanden vanwege politieke onrust, demonstraties en bendegeweld weinig buitenlanders meer naar Haiti zijn gekomen. De verspreiding van het virus lijkt vooralsnog traag te gaan. Dit heeft mogelijk ook te maken met Haïti’s uitermate jonge bevolking - meer dan de helft van de Haïtianen is jonger dan 25 jaar. Op 15 april publiceerde de krant Le Nouvelliste de stand van zaken over de verspreiding van het virus: 3 overledenen, 43 bevestigde gevallen en 485 verdachte gevallen. Op 25 april lagen deze aantallen volgens de website www.coronahaiti.org op 6 overledenen, 72 bevestigde besmettingen en 719 verdachte gevallen. Hiermee heeft Haïti nog steeds het laagste aantal bevestigde gevallen van het westelijke halfrond. In Haïti’s buurland – de Dominicaanse Republiek – zijn er volgens het John Hopkins Corona Virus Center al meer dan 5750 bevestigde gevallen en 267 doden (op 25 april).

Kwetsbaar

De meeste Haïtianen denken dat het aantal besmettingen en overlijdens in hun land hoger is. De Haïtiaanse gezondheidszorg is zwak. Het budget voor gezondheidszorg is uitermate laag en is de afgelopen jaren alleen maar gedaald. Zeker op het platteland zijn gezondheidzorg voorzieningen beperkt. Klinieken en ziekenhuizen zijn onder bemenst en slecht uitgerust. In het hele land zouden volgens recent onderzoek 130 (verouderde) IC-bedden zijn, waarvan er slechts 37 voldoen aan internationale standaards. Er zijn maximaal 64 beademingsapparaten zijn, waarvan er hooguit 20 werken. “Haïti heeft nooit enige vorm van infrastructuur opgebouwd om het hoofd te kunnen bieden tegen welke vorm van epidemie dan ook”, vertelde de econoom Enomy Germain in Le Nouvelliste (26 maart). Slechts 35% van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater en twee derde deel heeft geen eigen sanitaire voorzieningen. Deze slechte omstandigheden maken Haïti uitermate kwetsbaar. In 2010 werd het land geteisterd door een cholera epidemie, die 820.000 mensen ziek maakte en bijna 10.000 mensen het leven kostte. Pas sinds een jaar zijn er geen nieuwe cholera gevallen gemeld.

Fabrieken weer open 

Voor minister-president Joseph Jouthe waren de ‘gunstige’ cijfers over de trage verspreiding aanleiding om al een beetje de overwinning op het virus uit te roepen. Hij kondigde af dat in het noorden van het land - op het industriële park Caracol - op 20 april de kledingfabrieken weer open konden gaan. De arbeiders zaten al een maand zonder inkomen thuis. Een door de overheid toegezegde financiële tegemoetkoming van 50% van hun salaris - dat wil zeggen de helft van $5 voor een werkdag van 8 uur - was uitgebleven. De Koreaanse eigenaars van de fabrieken stonden te trappelen om de productie weer op te starten om verdere verliezen te voorkomen. In dikke drommen komen inmiddels duizenden onbeschermde fabrieksarbeiders weer door de poorten van het industriële park.

Niet te vroeg juichen

Medische experts van (internationale) gezondheidszorg instellingen waarschuwen er echter voor om niet te vroeg te juichen. “COVID-19 heeft onze regio - en dan vooral Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied - nog niet op z’n hardst geraakt. Dat moet nog komen. We verwachten dat een verheviging in de komende weken”, meldde de directeur van de Pan-Amerikaanse Organisatie voor Gezondheidszorg (PAHO). De terugkeer van duizenden Haïtianen uit de Dominicaanse Republiek vormt een extra risico voor Haïti. Een deel van hen keert terug via officiële grensovergangen waar ze gescreend worden, maar de meerderheid steekt ongecontroleerd op andere plekken de poreuze grens over. “Het monster komt onze kant uit”, zei dr. Jean William Pape, directeur van een gerenommeerd instituut dat zich bezighoudt met de bestrijding van aids en tbc op Haïti, hierover in The New York Times. Ondanks de coronacrisis hebben de Verenigde Staten in april zo’n 200 illegaal in het land verblijvende Haïtianen uitgezet en naar Haïti teruggebracht. Mensenrechtenorganisaties vrezen dat deze uitzettingen de verspreiding van het virus op Haïti kunnen versnellen.

Honger

Vanuit de internationale gemeenschap heeft Haïti inmiddels steun toegezegd gekregen (en ontvangen) om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Volgens de Amerikaanse organisatie Mercy Corps staat Haiti oog in oog met een driekoppige crisis: de verspreiding van COVID-19, de verslechtering van de voedselsituatie en de komst van het orkaan seizoen. Volgens de Wereld Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) krijgen 4,1 miljoen Haïtianen te maken met ernstige voedseltekorten. Ondertussen melden mensenrechtenorganisaties op Haïti dat het bendegeweld nog steeds doorgaat.

Grote uitbraak uitgebleven

Op 20 maart werden de eerste COVID-19 gevallen gemeld op Haïti. Drie maanden later publiceerden enkele artsen van de bekende GHESKIO-kliniek in Port-au-Prince een artikel met de alarmerende kop: “Het monster op Haïti het hoofd bieden”. De gevreesde grote uitbraak van corona is echter uitgebleven, tenminste als we kijken naar de officiële cijfers. Midden september was er sprake van zo’n 8.600 bevestigde besmettingen en 227 sterfgevallen. Hoeveel slachtoffers het virus tot nu toe werkelijk op Haïti gemaakt heeft, zal onbekend blijven. Toch wijst alles erop dat de omvang ervan gelukkig beperkt is gebleven. Volgens sommige wetenschappers heeft dit ermee te maken dat Haïti’s bevolking erg jong is en dat de meeste mensen weliswaar dicht op elkaar leven, maar elkaar vooral in de buitenlucht ontmoeten. Veel Haïtianen gebruiken eigen middeltjes om zich te ‘beschermen’ tegen het virus, variërend van het drinken van water met chloor tot het eten van limoenen en het gebruik van kruidendrankjes getrokken van lokale planten als de wonderboom, de moringaboom, verbena, bijvoet (armoise) en aloë vera.

Volg de ontwikkeling van de epidemie op Haïti: www.coronahaiti.org of www.coronatracker.com/country/haiti/