Haïti in 2020

Haïti in 2020

2020: 10 jaar na de aardbeving. Nog steeds bevindt Haïti zich op een ‘gevaarlijk kruispunt’. Komt er nog echte verandering? Of blijft alles bij het oude?

Politici praten tevergeefs

In de laatste weken van 2019 en in januari 2020 probeerden de politieke en maatschappelijke oppositie met de regerende coalitie overeenstemming te bereiken over een uitweg uit het politieke moeras. De partijen die de oppositie vormen hadden op 10 november hun handtekening gezet onder de Entente Politique de Transition (Politieke Overeenstemming over de Transitie), ook wel het Marriott-akkoord genoemd naar het hotel waar de samenwerking was beklonken. Overigens hadden de activisten vanuit de ‘Petrochallengers’-beweging zich hierbij niet aangesloten. Als tegenzet was de regerende coalitie, onder aanvoering van de Parti Haïtien Tèt Kale (Haïtiaanse Partij van de Kale) van president Jovenel Moïse, op 5 december in het zogeheten Kinam-akkoord (eveneens vernoemd naar een hotel) met een eigen voorstel gekomen. Terwijl de oppositie het aftreden eiste van de president om daarmee plaats te maken voor de benoeming van een rechter van het Hooggerechtshof als waarnemend-president, meende de coalitie dat er consensus moest komen over een nieuw te benoemen eerste-minister die aan het transitieproces leiding kon geven. Eind januari vergaderden de partijen hierover - op neutraal terrein in het gebouw van de vertegenwoordiging van het Vaticaan op Haiti en onder toeziend oog van de internationale gemeenschap. Op de agenda stonden vier gesprekspunten: het vaststellen van criteria voor de vorming van een nieuwe regering; het ontwikkelen van een hervormingsplan; het bedenken van een proces om de Grondwet aan te passen; en het vaststellen van een verkiezingskalender. De besprekingen leidden niet tot een overeenstemming.

Politieke impasse

Ondertussen heeft Haïti nog steeds geen door het Parlement goedgekeurde regering, en moesten op 13 januari alle leden van het Huis van Afgevaardigden (Tweede Kamer), tweederde van de leden van de Senaat (Eerste Kamer) en alle gekozen gemeenteraadsleden aftreden vanwege het aflopen van hun termijn. Dit omdat de parlements- en gemeenteraadsverkiezingen op 27 oktober 2019 niet konden plaatsvinden. Dit geeft president Jovenel Moïse het recht per decreet te regeren. Het mislukken van de besprekingen met de oppositie zorgt ervoor dat de politieke impasse voortduurt. 

Onrust in Bel Air

Het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties heeft in februari samen met het Geïntegreerd Bureau van de Verenigde Naties op Haïti (BINUH) een rapport gepubliceerd over bendegeweld in de wijk Bel Air. Op 4, 5 en 6 november 2019 hebben bendes de wijk Bel Air overvallen met drie doden en zes gewonden als gevolg. 30 huizen en 11 auto’s werden in brand gestoken. Sommige bendeleden bleken ook politieagent te zijn. De aanval op de wijk, die pro-oppositie gezind is, werd geleid door de beruchte bendeleider Jimmy Cherizier, alias Barbecue, een voormalig politieofficier. Tegen Cherizier is al sinds februari 2019 een arrestatiebevel uitgevaardigd vanwege zijn betrokkenheid bij eerdere geweldplegingen. Hoewel de politie op de hoogte was van wat er in de wijk gebeurde, heeft zij niet ingegrepen. Het rapport stelt dat de aanval op Bel Air geen incident is, maar een bredere ontwikkeling toont. Op Haïti - en dan met name in de volksbuurten en sloppenwijken van Port-au-Prince - is er sprake van groeiende onveiligheid, straffeloosheid voor bendeleden, samenwerking tussen bendes en bepaalde leden van de politie en het tekort schieten van de politie om de veiligheid van burgers te garanderen. Tegelijk is er ook sprake van een toename van het aantal ontvoeringen.

Bendes

De politieke crisis en het falen van de rechtshandhaving zorgen voor een toename van bendegeweld. Profiterend van de onrust en de straffeloosheid nemen bendes de controle over wijken over. Onderling vechten ze om de controle over wijken, waar ze van bewoners en handelaars beschermingsgeld vragen. De bendeleden zijn vaak beter bewapend dan de politie en zijn betrokken bij de handel in drugs. Volgens mensenrechtenactivisten en burgers worden de bendes ook ingehuurd door politici uit alle kampen om onrust de kop in te drukken of juist om onrust te creëren. “Als ze betaald worden door de machthebbers dan weerhouden bendeleden de bevolking ervan om deel te nemen aan anti-regeringsprotesten. Maar als ze geld krijgen van de oppositie dan dwingen ze mensen om de straat op te gaan”(citaat van bewoner van Cité Soleil, bron: Reuters). Uit een onderzoek van de Nationale Ontwapenings- en Demobilisatie Commissie bleek dat er eind 2019 76 gewapende bendes actief waren op Haïti en dat hun aantal snel aan het toenemen was. “Haïti, Republiek van de Bendes”, kopte een artikel in de Canadese krant La Presse begin februari om vervolgens het artikel te beginnen met een tweetbericht van een ‘gewone’ jonge Haïtiaan: “Ik aarzel tussen het kopen van een doodskist of een visum”. Het bendegeweld beperkt zich niet uitsluitend tot Port-au-Prince. Buiten de stad worden bussen staande gehouden om passagiers te beroven en ook in andere steden krijgen bendes ruimte om hun territorium uit te breiden.

Ontevreden politie

De Police Nationale d’Haïti (PNH) bestaat uit zo’n 15.000 manschappen die voor het merendeel zijn opgeleid met steun van de Minustah, de vredesmissie (blauwhelmen) van de Verenigde Naties. Deze missie was in 2004 opgezet om de orde op Haïti te herstellen en te handhaven na het gedwongen vertrek van president Jean-Bertrand Aristide. Een van de belangrijkste taken van de missie was om een burger politiemacht op te zetten. In 2017 kwam een einde aan de missie en werd de nationale politie volledig verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid. Terwijl het budget voor de VN-missie enorm was, moet de Police Nationale d’Haïti het doen met krappe budgetten. Agenten zijn onvoldoende uitgerust, worden laag betaald en hebben slechte arbeidsvoorwaarden. Mede als gevolg van de politieke onrust en de verslechterende economische situatie is het werk van de agenten omvangrijker en gevaarlijker geworden. In 2019 werden 44 politieagenten vermoord. Dit is het hoogste aantal slachtoffers sinds de oprichting van het korps in 1995.
De slechte en gevaarlijke werkomstandigheden leidden in de dagen voor het karnaval tot protestacties van ontevreden agenten. Ze eisten het recht om zich te organiseren in een vakbond, hogere salarissen en betere gezondheidszorg en meer veiligheidsmaatregelen. Tegen de officiële regels in richtten ze de vakbond Syndicat Police Nationale d’Haïti (SPNH) op, onder leiding van de 34-jarige vrouwelijke agent Yannick Joseph. In een tweet meldde de nieuwe politievakbond: “In oktober heeft de VN een rapport gepubliceerd waarin staat dat zij de dood betreurt van 34 politieagenten die zijn gevallen bij de uitoefening van hun dienst. Voor december waren er al 44 politieagenten doodgeschoten. 44 gezinnen die hun man of vrouw verloren. En dan hebben noemen we nog niet eens de kinderen die wees geworden zijn. Om die reden hebben we #SPNH opgericht om onze rechten te verdedigen.” Na het ontslag van vijf protestleiders, waaronder Yannick Joseph, gingen honderden agenten die de vakbond steunen, gekleed in rode T-shirts, de straat op om te demonstreren. “De SPNH is erop gericht op samen te werken met de bevolking. We zullen nooit tegen het volk vechten want wij politieagenten zijn de kinderen van arme marktvrouwen”, verklaarde Yannick Joseph. De SPNH zei ook niets te maken te hebben met een brand die talloze karnavalsstands in de as had gelegd. Wel gaven demonstrerende politieagenten aan boos te zijn omdat de regering meer dan $ 1 miljoen dollar uitgaf aan karnaval, maar haar politieagenten onderbetaalde.

Vuurgevecht tussen leger en politie

Op zondag 23 februari, de eerste dag van het karnaval, kwam het tot een zes uur durend vuurgevecht tussen demonstrerende politieagenten (in burger en uniform) en leden van het sinds 2017 weer opgerichte leger. In 1995 was het leger door president Jean-Bertrand Aristide afgeschaft vanwege de massale schendingen van mensenrechten door soldaten, betrokkenheid bij drugshandel en de rol van militairen in de uitvoering van staatsgrepen. President Moïse’s voorganger - Michel Martelly - had al aangegeven het leger weer te willen oprichten, maar durfde dit echter nog niet aan. Moïse maakte wel haast met het realiseren van zijn verkiezingsbelofte het leger weer op te richten. Het kleine leger (500 manschappen) zou ingezet worden bij grensbewaking (met de Dominicaanse Republiek) en bij het bieden van hulp in noodsituaties.
Na het vuurgevecht verklaarde de regering dat er sprake was geweest van een poging tot een staatsgreep. Ook gelaste zij het karnaval af. In de noordelijke stad Cap-Haïtien moest voormalig president en muzikant Michel Martelly (Sweet Mickey) zijn optredens staken vanwege een vijandelijke houding van het publiek. Het leger gaf aan dat de politieagenten het vuur op de militairen hadden geopend.
Volgens journalist Kim Ives van Haïti Liberté toont de clash aan dat lagere politiebeambten de kant van de bevolking kiezen in haar eisen om het aftreden van Jovenel Moïse en haar roep om radicale hervormingen.

Nieuwe regering

Begin maart heeft president Jovenel Moïse - gebruikmakend van zijn recht om per decreet te regeren - Joseph Jouthe benoemd als nieuwe eerste minister. Moïse kan per decreet regeren omdat in januari 2020 de zittingstermijn van alle leden van het Huis van Afgevaardigden (Tweede Kamer) en tweederde van de Senaat (Eerste Kamer) is afgelopen. Geplande parlementsverkiezingen in het najaar van 2019 zijn vanwege maatschappelijke onrust en politieke onwil niet doorgegaan. Jouthe was al sinds september 2018 minister van Milieuzaken en vanaf september 2019 ook waarnemend minister van Economische Zaken en Financiën. Hij is de derde eerste minister sinds Jean-Henry Céant in maart 2019 aftrad. Jouthes beide voorgangers (Jean-Michel Lapin en Fritz William Michel) zijn nooit officieel door het parlement goedgekeurd. Jouthe heeft als opdracht meegekregen om een brede consensus regering te vormen en te zoeken naar oplossingen om uit de huidige politieke en maatschappelijke crisis te komen. Op 4 maart heeft Jouthe zijn kabinetsploeg gepresenteerd. Vanuit de Verenigde Staten kreeg de nieuwe regering steun toegezegd, maar wel onder strenge voorwaarden. “De Verenigde Staten roepen de Haïtiaanse regering op haast te maken met het tegemoet komen aan de behoeften van het Haïtiaanse volk door te zorgen voor meer veiligheid, economische groei en door zo snel als praktisch mogelijk is vrije, eerlijke en geloofwaardige parlementsverkiezingen te organiseren”, zo luidde de boodschap van de Amerikaanse ambassade. Oppositie partijen verklaarden zich ontevreden met de keuze van Jouthe, omdat Moïse niet met hen overlegd had over deze benoeming.

Corona

Op 19 maart werd het eerste COVID-19 geval gemeld op Haïti. Drie maanden later publiceerden enkele artsen van de bekende GHESKIO-kliniek in Port-au-Prince een artikel met de alarmerende kop: “Het monster op Haïti het hoofd bieden”. De gevreesde grote uitbraak van corona is echter uitgebleven, tenminste als we kijken naar de officiële cijfers. Midden september was er sprake van zo’n 8.600 bevestigde besmettingen en 227 sterfgevallen. Hoeveel slachtoffers het virus tot nu toe werkelijk op Haïti gemaakt heeft, zal onbekend blijven. Toch wijst alles erop dat de omvang ervan gelukkig beperkt is gebleven. Volgens sommige wetenschappers heeft dit ermee te maken dat Haïti’s bevolking erg jong is en dat de meeste mensen weliswaar dicht op elkaar leven, maar elkaar vooral in de buitenlucht ontmoeten. Veel Haïtianen gebruiken eigen middeltjes om zich te ‘beschermen’ tegen het virus, variërend van het drinken van water met chloor tot het eten van limoenen en het gebruik van kruidendrankjes getrokken van lokale planten als de wonderboom, de moringaboom, verbena, bijvoet (armoise) en aloë vera.

Oplaaiend bendegeweld

Het escalerende bendegeweld lijkt een grotere bedreiging voor de bevolking dan het virus. Haïti’s meest gevreesde man is momenteel de voormalige politieman Jimmy Chérizier, die vooral bekend is onder zijn bijnaam Barbecue. Als politieagent maakte hij zich schuldig aan het gebruik van zwaar geweld en aan executies van onschuldige burgers. In december 2018 kreeg hij ontslag en werd er een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. Ondertussen loopt hij nog steeds rond als vrij man. Het heeft er veel van weg dat hij van hogerhand gesteund wordt. In juni verenigde hij negen bendes uit Port-au-Prince onder de naam G9 an Fanmi (G9 samen als Familie). De stichting Insight Crime, die onderzoek doet naar georganiseerde misdaad in Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied, publiceerde een artikel waarin het vermoeden wordt uitgesproken dat er sterke banden zijn tussen de G9-alliantie en de regering van president Jovenel Moïse. Bendeleiders worden gevrijwaard van vervolging zolang ze de regering helpen de bevolking van arme wijken onder controle te houden en protesten tegen de regering de kop in te drukken. De G-9-alliantie wordt volgens de Haïtiaanse mensenrechtenorganisatie RNDDH ondersteund door nog eens 20 andere gangs.
Over de maanden juni en juli rapporteerde de RNDDH in de wijk Cité Soleil 111 dodelijke slachtoffers, 48 vermissingen en 20 gewonden met schotwonden.
De wijk Bel Air, een van de oudste wijken van Port-au-Prince, niet ver gelegen van de (ingestorte) kathedraal van Port-au-Prince, wordt al een maand lang geteisterd door binnenvallende bendes die schietend door de wijk tijden en huizen in brand steken. Bewoners die de wijk ontvlucht zijn slapen nu in de open lucht op het centrale plein Champ de Mars. “Het meest verontrustende van dit alles is de volslagen onverschilligheid van de autoriteiten die niets doen om deze wreedheden te stoppen”, schrijft mensenrechtenactiviste Colette Lespinasse. Na iedere aanval duikt de naam van Jimmy Chérizier, alias Barbecue, op die de controle wil krijgen over deze wijk.
De politie is onmachtig om in te grijpen. De politie raakt gedemoraliseerd en voelt zich niet gehoord. Als gevolg hiervan hebben sommige agenten zich verenigd in de groep Fantôme 509 (Spook 509) en zijn de straat op gegaan, daarbij gebruikmaken van geweld. Ze eisen o.a. de vrijlating van gevangen genomen activistische collega’s.
Ook buiten de hoofdstad is het geweld door bendes toegenomen.

Moord op Monferrier Dorval

Op vrijdagochtend 28 augustus was Monferrier Dorval, de gerespecteerde deken van de Orde van de advocaten van Port-au-Prince, als gast in een uitzending van Radio Magik9. In de uitzending pleitte hij voor een aanpassing van Haïti’s Grondwet. En wel zo snel mogelijk: nog voor de (uitgestelde) parlementsverkiezingen. “Haïti heeft een staatsprobleem. Haiti functioneert niet als een staat … De Haïtiaanse staat niet ten dienste aan haar burgers, de Haïtiaanse staat beantwoordt niet aan haar doel”, sprak hij. En zich richtend tot de bevolking: “We hebben onze trots als Haïtianen verloren. De mensen die ons besturen zorgen er niet voor dat we er trots op kunnen zijn dat we Haïtiaan zijn. Dit land wordt niet geregeerd of bestuurd … Port-au-Prince is een sloppenwijk geworden.” Die avond werd hij voor het hek van zijn huis vermoord. Inmiddels zijn verschillende verdachten gearresteerd.

Politiek theater

In de politieke arena heerst nog steeds verwarring. Sinds begin dit jaar heeft Haïti geen parlement. In januari vervielen de termijnen van alle leden van de Tweede Kamer en van de meeste leden van de Eerste Kamer. Sindsdien regeert president Jovenel Moïse per decreet. Over sommige van deze decreten is veel discussie ontstaan, omdat ze wetgevende kracht hebben. En dat is volgens de Grondwet niet toegestaan, omdat op deze manier de uitvoerende macht (in dit geval de president) de taken van de wetgevende macht (het parlement) overneemt. Dit is een aantasting van de rechtsstaat. “We zwemmen volop in de illegaliteit”, zo oordeelde advocaat Nathan Laguerre over Moïse’s decreten. De vermoorde advocaat Monferrier Dorval sprak zich er ook tegen uit.
Ondertussen oefent de Amerikaanse regering stevige druk uit op Haïti om vaart te maken met het organiseren van verkiezingen voor het parlement (en ook voor de gemeenteraden). Hiervoor is het nodig dat er een Voorlopige Kiesraad (CEP) wordt benoemd, bestaande uit vertegenwoordigers uit de breedte van de samenleving. Veel sectoren van de samenleving zien echter verkiezingen in het huidige klimaat van onveiligheid en in tijden van corona niet zitten. Ook is er weerstand tegen het gebruik van nieuwe kieskaarten (Dermalog-kaart). Onverwacht – al maakt iedereen de koppeling met de Amerikaanse pressie – heeft Jovenel Moïse op 18 september een Voorlopige Kiesraad benoemd met als doel parlements- en gemeenteraadsverkiezingen te organiseren evenals een referendum over een nieuwe Grondwet. En in het najaar van 2021 presidentsverkiezingen. Mensenrechtenorganisaties zijn al tegen deze benoeming in het geweer gekomen, omdat volgens hen de juiste procedures niet gevolgd zijn en verschillende benoemde leden niet voorgedragen zijn vanuit hun eigen sector, maar zijn gekozen door de president. Overigens is vrijwel iedereen het er mee eens dat de Grondwet, die in 1987 na het vertrek van Jean-Claude Duvalier van kracht is geworden, aan een flinke herziening toe is. Maar om dat nu te doen, en dan onder aansturing van een president die veel van zijn geloofwaardigheid allang verloren heeft, daar zien velen niets in. Men is bang dat de macht van de president weer versterkt wordt en dat hiermee een terugkeer naar de dictatuur ingeluid wordt.

Herstel historische kapel in Milot

In april brandde in het plaatsje Milot (in het noorden bij Cap-Haïtien) de historische kapel van het stadje af. Deze kapel werd tussen 1810 en 1813 gebouwd door Henry Christophe die toen koning was over het noordelijke deel van Haïti. De teloorgang van de kapel werd alom beschouwd als een groot verlies voor Haïti’s culturele erfgoed. Inmiddels worden de handen uit de mouwen gestoken om de kapel weer in oude glorie te herstellen. Het Nederlandse Prins Claus Fonds voor Cultuur en Ontwikkeling levert hieraan een mooie bijdrage. “We vinden het belangrijk om kunst, cultuur en erfgoed in Haïti te ondersteunen”, schrijft programmacoördinator Sanne Letschert.

Ondervoeding

49 % van de Haïtianen krijgt te weinig te eten, zo blijkt uit de gegevens over 2019 van de Global Hunger Index. De helft van de bevolking heeft bijna dagelijks te maken met een te lage calorie inname. Chronische armoede en lage opbrengsten van oogsten zijn belangrijkste oorzaken, maar ook de gevolgen van de coronacrisis en de politieke onrust dragen bij aan voedselonzekerheid. Eiwitrijke producten als vis, vlees, eieren en zuivel worden maar heel beperkt gegeten; peulvruchten en noten wat vaker. Uit een onderzoek bleek dat 1/3 van de onderzochte personen de voorgaande dag geen groenten of fruit had gegeten. Belangrijke voedingsmiddelen zijn rijst, mais, tarwe en sorghum, zoete aardappels en diverse knollen. Voor de rijstconsumptie is Haiti sterk afhankelijk van de import.

Verkiezingskalender 2021

Door het uitblijven van verkiezingen regeert president Jovenel Moïse nog steeds (vanaf 13 januari 2020) per decreet. De kritische journaliste Jacqueline Charles van de Miami Herald vraagt zich af of Haïti door de stroom van presidentiële decreten niet hard op weg is naar een dictatuur. Zonder enige vorm van parlementaire controle heeft hij het afgelopen jaar allerlei maatregelen genomen die zijn positie verstevigd hebben. “Ik zou niet weten wie er na God meer macht heeft in dit land. Ik ben de president”, zei hij vorig jaar zomer.
Inmiddels is er wel zoiets als een verkiezingskalender bekend gemaakt voor komend jaar.
Op 25 april vindt een referendum plaats over de aanpassing van de Grondwet. Over dit referendum is veel te doen geweest. Veel mensen zijn bang dat Jovenel Moïse hiermee de macht van de president gaat verstevigen. Ook vindt men het ongepast om nu er zo’n grote mate van onveiligheid in het land is dit referendum te houden. Overigens is bijna iedereen wel van mening dat de Grondwet aan verandering toe is.
Op 15 september staat de eerste ronde voor de parlements- en presidentsverkiezingen gepland.
Op 21 november een (mogelijke) tweede ronde, samen met gemeenteraadsverkiezingen.